Iedereen die regelmatig de was van een gezin doet kent ze. Sokken waar er op onverklaarbare wijze altijd maar één van lijkt te bestaan.
Eerst dacht ik nog dat het aan mijn eigen chaotische huishouden lag maar bij navraag bleken zelfs de grootste netterikken die ik ken een soortgelijk hoopje voettextiel te hebben liggen. Liefkozend heb ik ze een naam gegeven: “The lost socks”. Ze hebben ook een eigen plekje in huis gekregen zodat ik me er niet aan hoef te ergeren dat ze steeds in de weg liggen. Op een plankje naast wat hobbyspullen liggen ze gezellig te wachten tot één van hen zijn partner terugkrijgt. Soms gebeurt dat, dan lag er gewoon één een poosje onder een bed, op een plekje waar je nu eenmaal niet iedere week met de stofzuiger komt. Soms kan ik ineens een hele stapel met elkaar verenigen. Dat is in het geval mijn zoon damesbezoek krijgt en besluit zijn kamer op te ruimen.
Er zijn er ook bij die al heel lang liggen. Tegen beter weten in blijf ik hopen dat ik het andere exemplaar terugvind. Het lukt me maar niet om ze weg te gooien. Ik weet namelijk zeker dat als ik dat wel doe, dat ik dan opeens de andere tegenkom en dan zit ik daar weer mee. Want dan ben ik misschien vergeten dat ik die ene al had weggegooid.
Bovendien: hoe doen ze het? Over het algemeen is de cyclus dat je je sokken ’s avonds uittrekt, ze in de wasmand gooit, je wast ze, vouwt ze samen en doet ze vervolgens weer aan je voeten. Waar gaat het dan mis? Nou is de stap van onderdanen naar wasmand niet voor iedereen even logisch maar dan nog. Voor elke plek in huis is er een moment dat je er komt en de sokken tegen zou kunnen komen. Hoe kunnen ze dan zo van de aardbodem verdwijnen dat je ze nooit meer terug ziet?
Ze zullen wel liggen op dezelfde onbereikbare plaats als waar mijn leuke armbandje ligt wat ik van mijn lief gekregen had en korte tijd later nooit meer gezien heb. Of naast dat ene boek waarvan ik niet meer weet of ik het nou uitgeleend heb. Of bij die ene handige kurkentrekker die al jaren op hetzelfde plekje lag maar nu ineens opgelost lijkt. Of in hetzelfde zwarte gat waar alle andere spullen liggen die ik in de loop van mijn leven ben kwijtgeraakt en waarvan ik zeker weet dat ze ergens in huis moeten zijn. Om gek van te worden.
Toch heeft het ook wel iets als je tussen de wekelijkse zestig sokken, er opeens eentje tegenkomt, waarvan je de wederhelft al als eeuwige eenzame had bestempeld. Dat draagt toch anders, de eerstvolgende keer dat je ze aan doet.