Een reactie plaatsen

Hardwerkend

De hardwerkende mens wordt telkens ingezet om de waarde van iemand aan te tonen. In politieke retoriek wordt van links tot rechts ‘de hardwerkende Nederlander’ ingezet om iets aan te tonen. Wij houden blijkbaar van hard werken, hoewel ik daar toch vaak het tegenovergestelde van constateer. De meeste mensen die aangeduid worden met hardwerkende Nederlanders zijn mensen met een baan van half negen tot vijf die in het weekend op hun luie gat zitten. Niks mis mee, ik ben sterk voorstander van luieren. Maar of al die Nederlanders zo hard werken, daar heb ik mijn twijfels bij. Hardwerkend wordt ook vaak aan het ongeloof toegevoegd als iemand over de schreef is gegaan. “Hè, hoe kan hij nou zijn gezin doodgeschoten hebben? Het was altijd een hardwerkende man!”

Kinderen hebben het ook niet gemakkelijk met hardwerkende ouders. De ene keer zijn ze er de dupe van want de arme schaapjes zouden aandacht tekort komen van, vooral, hun hardwerkende moeder. De andere keer moeten kinderen hun handen dichtknijpen, want ze hebben geluk dat hun ouders zo hard werken. Je doet het ook nooit goed met kinderen. Toch heb ik liever dat mijn kinderen over me zeggen dat ik altijd tijd en aandacht voor ze had dan dat ik altijd zo lekker hard werkte.

Het is een cliché, maar dat niemand op zijn sterfbed gelouterd wordt om zijn harde werk, is een waarheid als een koe. Zie jij wel eens iets over werken op een grafsteen? Ik wil wedden dat het woord ‘lief’ veel vaker voorkomt. Persoonlijk boeit het me geen drol of iemand in mijn omgeving hardwerkend is. Ik wil mensen om mij heen die interessant zijn, lief, grappig, goed voor mens en dier of een combinatie van dat alles. Bovendien kun je je afvragen wat hard werken is. Er zijn mensen voor wie het keihard werken is om ’s ochtends hun bed uit te komen, voor wie aankleden voelt als de Himalaya beklimmen. Hetzij door fysieke beperkingen, hetzij door psychische uitdagingen.

Hard werken staat voor goed zijn maar je kunt het je afvragen of dat zo is. Maffialeden zullen ook soms heel hard werken. Criminaliteit levert misschien wel wat op maar je bent er zo maar 24/7 mee bezig. De hardwerkende Nederlander wordt ook vaak tegenover de asielzoeker gezet. Alsof ellende meemaken, vluchten in gammele vrachtwagens of boten en je thuis verlaten niet hard werken is. Ga er maar aanstaan.

Kunnen we dus ophouden met hard werken als een soort heilig waardeoordeel te gebruiken? Ik wordt er namelijk een beetje misselijk van. Het maakt je geen beter mens. Werk je hard omdat je de leukste baan van de wereld hebt en wordt je daar blij van? Go for it, gefeliciteerd. Werk je hard om je kinderen een toekomst te geven? Helemaal top, doe je best. Werk je hard om miljonair te worden of simpelweg je hoofd boven water te houden? Je krijgt van mij een oprecht applaus. Maar het enige wat jou een goed mens maakt is als je dáár hard aan werkt.

Uitgelichte foto is gepubliceerd onder creative commons: https://pixabay.com/photos/bumble-bee-insect-bee-2361336/

Een reactie plaatsen

Stem wijzer!

Het onderstaande geldt voor ongeveer 90% van de inwoners van Nederland, ook al denken sommige mensen van niet. Ik kan er een procentje naast zitten maar grofweg klopt het. En voordat je denkt: ik heb geen zin om dit te lezen want die Louise is toch die linkse droeftoeter? Lees toch even verder, want ik weet zeker dat deze tekst ook over jou gaat.

Ik roep bij deze, iedereen op om links te stemmen. Het kan me niet schelen welke partij: SP, PVDA, GL, PVDD, you name it. Als het maar links is. Waarom? Omdat rechts of extreem rechts jouw leven niet beter gaan maken. Omdat de BBB jouw leven niet beter gaat maken. Omdat de VVD jouw leven de afgelopen jaren alleen maar slechter heeft gemaakt.

Omdat de wolf niet jouw grootste probleem is. Omdat als jij of je kinderen geen betaalbare woning kunnen vinden, dat niet ligt aan een ander die ook op zoek is naar een beter leven, zoals sommige partijen je doen geloven, maar aan het beleid van jaren zodat er nu te weinig woningen zijn. Omdat het ligt aan partijen die marktwerking een goed idee vonden, waardoor ook onder andere de zorg en het openbaar vervoer op hun gat liggen.

Dus:

  • Als je tot de 1 miljoen mensen behoort die onder de armoedegrens leeft, stem links
  • Als je tot de 60% van de mensen behoort die nog net wel het hoofd boven water kunnen houden, stem links
  • Als je die ene van de vijf huishoudens bent met problematische schulden, stem links
  • Als je in een gewoon rijtjeshuis of appartementje woont, stem links
  • Als je een gewone baan hebt en een hardwerkend Nederlander bent, stem links
  • Als je om wat voor een reden dan ook niet werkt en een uitkering krijgt, stem links
  • Als je ondernemer bent en wil dat men geld bij je komt uitgeven, stem links
  • Als je zelf in een mooi huis woont maar je kinderen geen hypotheek krijgen, stem links
  • Als je kinderen niet naar een sportclub kunnen, stem links
  • Als je best gezond wil eten maar toch kiest voor een diepvriespizza omdat groente te duur is, stem links
  • Als je nog net alle ballen hoog kunt houden maar bang bent dat je wasmachine kapot gaat, stem links
  • Als je voor de boeren opkomt of boer bent en nog niet doorhebt dat BBB de belangen dient van Big Agro, stem links 
  • Als je MKB-er bent en denkt dat de VVD voor jouw belangen opkomt (spoiler:nee). stem links
  • Als je voor 50 euro per week boodschappen moet doen en daar steeds minder voor kunt kopen, stem links
  • Als je in een slecht geïsoleerd huis woont en bibberend onder je dekentje zit omdat de energierekening niet meer te betalen is, stem links
  • Als je dit jaar maar niet op vakantie gaat omdat je tandarts- of ziektekosten had die je uit eigen zak moest betalen, stem links
  • Als je je zorgverzekering en eigen risico nauwelijks nog kunt betalen en daardoor zorg mijdt, stem links
  • Als je je zorgen maakt over het klimaat maar ook als je daar liever je ogen voor sluit, stem links
  • Als je naast een stinkende varkensstal woont, stem links
  • Als je vindt dat grote bedrijven te weinig belasting betalen en voor de grootste vervuiling zorgen, stem links
  • Als je van dieren houdt, of je ze nou wel of niet eet, stem links
  • Als je melk in je koffie wil, of het nou haver- of koemelk is, stem links.
  • Als je denkt dat de PVV of FVD je problemen gaan oplossen: dat is niet waar, stem links
  • Als je het zelf goed hebt maar je zorgen maakt over de toekomst, stem links
  • Als je het zelf goed hebt maar andere mensen ook een goed leven gunt, stem links
  • Als je vanuit je geloof goed wilt doen, stem links

Kortom als je je in één van bovenstaande punten herkent, als je geen klassenstelsel wil, als je onze democratie wil behouden, als je onze vrijheid wil behouden en je het net zo goed wil hebben als vroeger, toen alles beter was, kun je maar beter links stemmen. Want links is ook niet perfect maar met partijen die de afgelopen jaren geregeerd hebben of je willen manipuleren op basis van jouw onderbuikgevoel gaan we het zeker niet redden. 

Een reactie plaatsen

Hondsmoe word je ervan

Vrouwen die veel seks uitstralen. Vrouwen die te weinig seks uitstralen. Actrices die niets aan zichzelf hebben laten verbouwen, die grijs haar en rimpels durven te laten zien, zangeressen die teveel aan zichzelf hebben laten verbouwen. Intelligente vrouwen die iets politieks doen. En, god beware ons, oude vrouwen. Je weet wel die van boven de 40 of nog erger 50, van die menopauzalen die het lef hebben om ergens wat van te vinden of denken dat ze nog meetellen. Vrouwen die thuis blijven bij hun kinderen of deeltijd werken, of juist buiten de deur terwijl ze kinderen hebben. Vrouwen die geen kinderen willen. Vrouwen die überhaupt iets willen of vinden. Heksen zijn het, sletten, hoeren, op de brandstapel, aan de schandpaal ermee!

Bovenstaande tekst is zomaar een illustratie van hoe er over vrouwen wordt gesproken in de media en als commentaar op berichten over vrouwen. Wanneer er iets gezegd wordt over misogynie of dat er nog steeds geen gelijkheid is in de behandeling van vrouwen ten opzichte van mannen wordt er direct geroepen dat we niet zo moeten zeuren. Hier in het westen en zeker in Nederland hebben we toch niks te klagen? Vrouwendag is toch niet meer nodig en wanneer is het dan mannendag? (Die is er, 19 november, doe er je voordeel mee).

Of word je er zo moe van dat steeds weer dezelfde thema’s worden benoemd? Gefeliciteerd, ik ook, ik word er hondsmoe van dat het mannenlijf nog steeds de norm is in de medische wereld en bij veiligheidstesten van auto’s, Wallen onder mijn ogen heb ik van het feit dat er bij de inrichting van buitenruimtes geen rekening wordt gehouden met de veiligheid en wensen van vrouwen. Slapeloze nachten gehad, en nog steeds, omdat een vrouw nooit zonder waakzaamheid over straat kan of zelfs in haar eigen huis soms niet veilig is. Gapen moet ik van het eeuwige ge-oordeel over het uiterlijk van vrouwen en de waarde die eraan gehecht wordt. Intens vermoeid omdat vrouwen door de pinktax gemiddeld 1300 euro per jaar meer kwijt zijn aan alledaagse producten en diensten terwijl ze aan de andere kant nog steeds gemiddeld minder salaris krijgen.

Ja maar deeltijdprinsesjes! Rot op met je deeltijdprinsesjes. Zolang de voltijdsprinsen weigeren om meer tijd  aan huishoudelijke en verzorgende taken te besteden en kinderopvang te duur is en schooltijden nog steeds gericht zijn op een moeder die thuis met de koekjes en thee zit te wachten, wil ik niks er niks meer over horen. Ga eerst maar eens werken aan een maatschappij die niet ingericht is volgens de norm van de voltijds werkende man die een partner thuis heeft die alles voor hem regelt. 

Ja maar vrouwen in …land  (vul de tekst zelf in en kleur de plaatjes). Klopt, er zijn landen waar vrouwen het veel slechter hebben. Maar stop eens om dat als norm te nemen, waaraan we afmeten hoe de stand van zaken hier is. Om maar even een metafoor te gebruiken: iemand met half sneetje brood heeft meer te eten dan iemand die geen eten heeft, maar om dat nou een volwaardige maaltijd te noemen? Ik wil dat vrouwen geen genoegen moeten nemen met een boterham met tevredenheid.

Het moet anders en het moet nu, voor de vrouwen in verweggistan en ook voor de vrouwen hier. Voor vrouwen van kleur, transvrouwen, kleine, grote, jonge en oude vrouwen. Zolang er nog één vrouw monddood wordt gemaakt door mannen of andere vrouwen wanneer ze een ongelijkheid aankaart, blijf ik mijn mond erover open doen, ook al krijg ik er inmiddels uitputtingsverschijnselen van. Dus kom maar op met vrouwendag.

Uitgelichte foto: ttps://commons.wikimedia.org/wiki/File:Vrouwendemonstratie_Amsterdam_i.v.m._Internationale_vrouwendag,_fotograaf_Rob_Croes,_Bestanddeelnr_931-3627.jpg

Een reactie plaatsen

Bent u bekend met ons concept?

We lopen door Amsterdam. Het is al wat later op de dag en onze buiken beginnen boze geluiden te maken. Gek genoeg zou je verwachten dat je overal in deze stad zou struikelen over de veganistische tentjes maar de gentrificatie heeft dit deel van de stad blijkbaar nog niet bereikt. Omdat de cafés die we tegenkomen mijn hoop op een volwaardig plantaardig maaltje bij de aanblik van de voordeur al de grond in boren doe ik niet eens een poging om het daarbinnen te vragen. Ik ben na 8 jaar veganist te zijn een beetje salade-moe aangezien dat meestal als enige optie geboden wordt in eetcafés die geen zin hebben in de havermelk-elite.

Zoals altijd is de app Happycow mijn redding. Ik zoek met de app waar ik plantaardige opties heb. We moeten even een stukje lopen maar verderop is er een restaurant waar veganistische hamburgers geserveerd worden. We arriveren en zien een smalle ruimte in vrolijke kleurtjes met langs de wanden tafels met een houten bank aan de kant van de muur en plastic kuipstoeltjes in pastelblauw daartegenover. De bank is erg smal en aangezien ik van ons twee de minste centimeters meet neem ik daar plaats. Mijn lief neemt plaats op het kuipstoeltje wat in combinatie met zijn bijna twee meter rechtstreeks uit een kleuterschool lijkt te komen. We hopen dat het stoeltje niet bezwijkt onder zijn gewicht.

We kijken om ons heen en zien er in de ogen van de jonge vrouw die op ons af komt lopen waarschijnlijk een beetje verward uit. “Kent u ons concept?”, vraagt ze, en begint uitvoerig uit te leggen wat het concept is. Halverwege is ze me al kwijt en dwalen mijn gedachten af. ik wil helemaal geen concept, ik heb honger en wil een hamburger die ik kan aanwijzen op een menukaart. Maar dat is niet hoe het hier werkt. Met onze telefoon moeten we de QR-code op het wiebelige mini-tafeltje scannen, kiezen of we de Magnificent Mushroom-, de Jolly Jackfruit- of andere burger met een fantasierijke naam willen. Dan kunnen we nog kiezen wat voor groentemengsel we er op willen, wat voor een exotische saus en als laatste of we een blauw, rood of groen broodje willen.

We stellen onze broodjes samen, bestellen ze en dan worden we vanachter de balie meewarig aangekeken. “U heeft nog niet uitgekozen wat u erbij wilt drinken.” Shit, denk ik, en omdat ik onder druk altijd het verkeerde kies vormt mijn mond al het woord Spa terwijl ik eigenlijk een Cola wil. 

Toegegeven, het broodje burger smaakte erg lekker, hoewel waarschijnlijk een broodje gebakken schoenzool met saus erop op dat moment er ook met smaak in was gegaan omdat mijn maag inmiddels zo leeg was dat je hem als echoput kon gebruiken. 

Ik wil niet klagen. Toen ik 8 jaar geleden begon met veganisme werd je met de nek aangekeken in restaurants en compleet vegan etablissementen waren op één hand te tellen. Dat waren vaak meer buurtkantines waar welwillende grauwe types een even grauwe hap serveerden. Wat dat betreft leven we in een geweldige tijd waar voldoende keuze is maar ik word zo moe van de tentjes met een ‘concept’ en een snackbar-achtige inrichting. Wat een verademing was het om in Antwerpen een vier-gangen menu geserveerd te krijgen in een mooi oud pand met comfortabele stoelen. Maar zelfs dat hoeft niet. Het mag alles zijn tussen een snackbar en een restaurant met een Michelinster maar de eerstvolgende keer dat iemand vraagt of ik bekend ben met het concept ren ik gillend met mijn armen in de lucht weg. Dan maar honger.

3 reacties

Zonder stroom

Als lid van de havermelk-elite (hoewel ik daar strikt gezien misschien niet helemaal meer bij hoor) deed ik havermoutvlokken en havermelk in een kommetje voor mijn ontbijt. Ik wilde het kommetje juist in de magnetron zetten toen opeens ‘plop’ alle stroom uitviel. Het was precies 9 uur. Dat wist ik omdat ik dat nog net op het klokje van de magnetron had gezien voordat deze uit ging. De datum drong tot mij door en ik besefte dat ik hierover een brief had gehad: onderhoud aan het elektriciteitsnetwerk. Maar zoals altijd was ik het even vergeten. Niet in mijn agenda gezet. Ik zocht in het donker naar de brief maar die had ik natuurlijk al weggegooid omdat ik dacht dat ik het wel zou onthouden. Wat ik nooit doe maar wel altijd denk dat ik dat kan. Wat ik wel had onthouden was dat het de hele dag kon duren, afhankelijk van wat ze tegen zouden komen.

Daar zat ik dan met mijn rauwe kom havermout. Alles waar ik het papje mee had kunnen verwarmen werkt op stroom. Dan maar beschuit.  Er was gelukkig wel al koffie dus ik schonk mezelf een grote mok in en wilde wat werken op mijn laptop. Helaas was de accu bijna leeg. Bovendien deed de wifi het niet. Gelukkig deed mijn telefoon het nog wel. Koffie had ik nodig, meer koffie! Maar het was op en… nouja… elektriciteit hè.

Nu ben ik een echte kampeerder en heb ik een complete uitrusting om op minimaal niveau te overleven. Dus overwoog ik al de percolator en campinggas tevoorschijn te halen maar helaas had ik geen gemalen koffie en de koffiebonenmolen werkte natuurlijk ook niet. En om de koffiebonen met de hand in de vijzel te pletten ging me iets te ver. Als de nood hoger zou worden kon ik altijd nog een havercappu in de stad gaan halen. Mijn lief had inmiddels al het draagbare zonnepaneel geïnstalleerd om mijn laptop op te laden toen plotseling het hele huis alweer begon te zoemen en piepen als een levend organisme wat gereanimeerd werd. Het deed me weer eens beseffen hoe groot onze afhankelijkheid is van elektriciteit. Op microniveau in huis maar ga maar eens na wat er gebeurt als het overal uitvalt. Ziekenhuizen, drinkwatervoorzieningen, informatievoorzieningen… En wederom nam ik me voor om een prepper te worden. Wederom, omdat ik dat al minstens vijf jaar roep maar het tot nu toe nog niet heb gedaan.

Mijn gedachten gingen verder. Hoe zou het zijn als de supermarkten leeg waren. Waar zouden we op overleven. Zelf heb ik wel wat kennis in huis over planten die je in het wild kunt plukken om eten. En zo ik die kennis niet paraat heb: ik heb een boekenplank vol met boeken over wildplukken en geneeskrachtige kruiden. Maar ik vrees voor generaties na mij die nog afhankelijker zijn van al hun apparaten, hun bloemkool in een zakje kopen en al hun kennis van het wereld wijde web hebben. Hebben zij nog kennis van en boeken over overleven? De eerlijkheid gebiedt me dat ik ook liever iets google dan dat ik mijn boeken induik.

Er ging onlangs dit filmpje rond van een jonge gast die vond dat zijn economieleraar hem niets meer kon leren omdat hij zelf zo slim was om met cryptomunten veel geld te verdienen. Wat gaat deze jongen doen als zijn 10K niets meer waard blijken en hij honger heeft. Wordt de mens steeds luier omdat AI alles beter kan en we geen werk meer hoeven te verrichten en niks meer hoeven te leren om mooie kunst te maken of werkstukken samen te stellen? Op het gevaar af als een ouwe lul te klinken die vroeger alles beter vond, vrees ik het ergste voor de toekomstige mens. Toch heb ik ook hoop. Er zijn ook genoeg twintigers die truien breien, kasten maken en genoeg creativiteit in huis hebben om ook zonder stroom nog iets te kunnen. En net zoals het draaien van vinyl nog steeds een ding is onder de havermelk-elite hoop ik dat overleven een coole vaardigheid wordt die ze doorgeven aan hun kinderen.

1 reactie

Bloemkool in een zakje

De liefde voor eten is heb ik van huis uit meegekregen. Mijn moeder kookte erg lekker en ik stond ook vaak bij haar in de keuken. Het was nog niet de tijd van de snelle bezorgdiensten en er werd sporadisch eten afgehaald. Een enkele keer gingen we naar “De Chinees” waar de geijkte bami en nasi gehaald werden met als wilde uitschieter babi pangang of ku lo yuk. Steevast door mijn ouders als ‘koeieloek’ uitgesproken.

Wanneer we met vakantie aan het Gardameer in Italië waren gingen wij altijd één keer uit eten. Want zoals die Italianen forel bereidden, daar kon volgens mijn vader niets tegenop. Om naar het restaurant  te gaan moesten we een eindje de bergen in rijden. Een heel gedoe. Mijn broer en ik waren nog jong en mijn zussen waren al getrouwd en hadden ook al kinderen. De vraag was altijd hoe je die grote familie op tijd bij het restaurant moest krijgen. Maar als we er eenmaal aan een lange tafel zaten was het gezellig en genoten we van de heerlijke vreemde spijzen. Men had ons voor een Italiaanse familie kunnen houden. Drie generaties, druk door elkaar pratend en gebarend en ondertussen werden er  heel wat schalen en glazen geleegd. Het had een scène uit een film van Paolo Sorrentino kunnen zijn (als je nog nooit een film van deze regisseur hebt gezien dan moet je dat vanavond nog doen).

Thuis werd er voornamelijk Hollandse kost gegeten want hoewel mijn vader lyrisch kon zijn over de Italiaanse forel, de spaghetti mochten ze van hem houden. Daar kon hij zijn maal niet mee doen. Hoewel ik al lang niet meer zo kook zoals zij, heb ik de basis geleerd van mijn moeder. Eén van de belangrijkste dingen die ik daarvan meegekregen heb is dat koken over liefde gaat. Liefde voor de mensen voor wie je kookt en liefde voor de producten waar je mee kookt. Die producten moeten vers en van goede kwaliteit zijn. Voorgesneden groente kwam er bij mijn moeder niet in en zelfs nu nog voel ik de afkeuring vanuit het hiernamaals wanneer ik voor het gemak een zakje wokgroente koop. Ook ik snijd het liefst zelf mijn groente. De geuren die er bij vrij komen zijn een deel van de alledaagse magie van het koken. De smaak van een groentesoep van voorgesneden groente uit een zakje haalt het niet bij een soep die gemaakt is van vers gesneden prei, wortel, selderij, paprika en bloemkool. Ieder met zijn eigen structuur en geur.

Hoe anders gaat men tegenwoordig om met voedsel. Mijn kinderen wonen in Amsterdam en de supermarkt in hun buurt verkoopt bijna alleen nog maar voorgesneden groente en samengestelde groentepakketten. Er is geen hele bloemkool te vinden. Daar wordt ik een beetje verdrietig van. Het is misschien gezever van een uitstervende soort maar hoe ver zijn we van de basis geraakt als Albert Heijn bepaalt wat er in mijn gerechten gaat en of ik mijn bloemkool in plakken of roosjes wil.

Gelukkig hebben mijn kinderen en hun partners dezelfde liefde voor eten en ik begrijp het ook wanneer ze zeggen dat ze “helemaal geen zin hebben om een bloemkool te slachten”. Ze hebben het druk met werken en leven. Ze koken anders dan ik, net zo goed als ik niet meer precies zo kook als mijn moeder. Ze weten nog wel hoe een bloemkool eruit ziet, hoe een verse champignon ruikt en ik hoop dat er momenten zijn dat ik in hun gedachten ben als ze het genoegen proeven van het snijden van een pompoen of prei. Het doet me goed om te horen dat ze soms uitwijken naar winkels waar nog verse groente wordt verkocht. Maar ik vrees voor een toekomst waarin nog slechts enkelen weten hoe boerenkool groeit, dat doperwten uit een peultje komen en hoe voedsel echt hoort te ruiken en smaken.

Een reactie plaatsen

Corrigerend ondergoed

Zo rond de feestdagen word ik op de socials bestookt met reclame voor corrigerend ondergoed met als toppunt een corset waar de gemiddelde vrouw in de 17e eeuw niet van op zou kijken. De reclames gaan gepaard met teksten als: ‘Werk je oneffenheden weg’ en ‘verberg je probleemzones’ of ‘voel je sexier en zekerder in je favoriete outfit’. Het shapewear in kwestie varieert van een strakke onderbroek tot aan een compleet pak waarin je ingesnoerd bent van borsten tot dijen. In plaats van baleinen en veters hebben we nu stoffen die de taak van het afknijpen moeiteloos overgenomen hebben. Erger nog zijn de videootjes waarin een vrouw getoond wordt met al haar rollen en bobbels in een zeer tekenend jurkje. Ze doet het ondergoed aan en floeps, ze heeft een figuurtje waar Doutzen Kroes nog jaloers op is. Schaam je als je nog laat zien dat je een buik hebt!

Het enige wat ik denk bij al deze harnassen is: “hoe gaan die vrouwen, die dit dragen, eten met de kerstdagen?” Ooit dacht ik ook mijn buik en billen strakker vorm te moeten geven onder een jurk. Ik kocht een corrigerende broek. Het ding was nauwelijks op een normale manier aan te trekken en al na twee minuten stroopte ik paniekerig het strakke geval van mijn lijf. Ik deed mezelf de belofte dat ik me nooit meer zou laten verleiden tot dit soort martelwerktuigen. Het valt voor mij in de categorie hakken. Ook daarover heb ik lang geleden het besluit genomen dat ik dat mezelf nooit meer aan hoef te doen. Sommige vrouwen wekken misschien de illusie dat er prima te lopen is op die schattige schoenen met 10 centimeter hoge palen eronder. Maar op hakken lopen is altijd een marteling.

Waarom doen vrouwen dit alles toch? Als ik naar video’s kijk van de jaren 70 dan valt mij altijd op hoe alles er losjes bij hing in kleding. De broeken waren soms strak maar de inhoud mocht zijn wat het was. Er waren hippie-soepjurken en zelfs de artiesten in clips hoefden niet bloter-dan-bloot en strakker-dan-strak. Waarom hebben vrouwen zich daarna weer onderworpen aan bewegingsvrijheidbeperkende kleding? Misschien was het ooit van belang om niet af te wijken van het modebeeld omdat je anders geen trouwmateriaal was en een huwelijk je enige optie tot bestaanszekerheid. Maar daar hoeven we ons nu toch niet meer aan te storen?

Waar zijn de BH-verbrandende Dolle Mina’s gebleven? Er is veel te doen om body-positivity maar zodra we kleding aantrekken moeten onze vetrollen wel in een vorm geperst worden die in onze ogen voldoet aan de ‘male gaze’. En ondertussen zitten de corsettendraagsters met buikpijn tijdens de feestdagen aan hun tig-gangendiner en moeten het toetje aan hun neus voorbij laten gaan. Zo niet ik, ik ben gek op eten en trek expres wat wijds aan. Laat maar komen die gangen. Het gaat tot de laatste kruimel op. En als ik iets aan heb wat strakker om het lijf zit? Kijk dan maar goed, ik heb een buik en billen en mijn vetrolletjes hobbelen en bobbelen vrolijk met me mee als me uitleef op de dansvloer. Lang leve het lieve lijf! Ik hoef niet gecorrigeerd. Het enige wat gecorrigeerd moet worden is onze blik op wat mooi is en het belang wat we aan vermeende schoonheid hechten. 

En mocht je als man dit lezen en denken dat het allemaal niet zo erg is dan daag ik je uit om een dag lang shapewear, een beugel-BH en hakken te dragen. Wedden dat je het geen half uur uithoudt? Tough cookies hoor, die vrouwen.

2 reacties

Stilte voor de storm

Het voelt alsof het leven in de wacht staat. Normaal gesproken zou ik rond deze tijd pompoenen uithollen, zorgen dat er heel veel kaarsen in huis waren en ze vroeg op de dag aansteken. Er zou behoefte zijn aan grote pannen linzensoep en appeltaart. Het blijft allemaal een beetje hangen. Niet wetende wat er moet. Het hoort een tijd van terugtrekken in de holen te zijn. Een tijd van opkomende kou, afnemend yang, stormen trotseren en zo. Maar er gebeurt niks en tegelijkertijd zoveel. 

Het is veel te warm voor de tijd van het jaar. Mijn hele leven was zo lekker overzichtelijk ingedeeld in vier seizoenen per jaar. De winter met zijn belofte van sneeuw en ijs. De lente, vol met energieke verwachtingen en ontluikend groen. Een steevast tegenvallende zomer met toch een paar mooie weken en de herfst, een periode van naar binnen keren. Terug in onze huizen. Aan de tuin hoeft niet zoveel meer gedaan, hooguit de laatste bloemen plukken en in een vaasje tussen de pas geraapte kastanjes zetten.

Een rare herfst volgend op een rare zomer die ook te warm was. Mijn lijf is er niet op ingesteld maar ik ben bang dat het zich zal moeten aanpassen. Het wordt steeds duidelijker dat de toekomst minimaal hetzelfde beeld gaat geven en waarschijnlijk nog extremer. Ik moet oppassen voor teveel doemdenken over de toekomst. Het leven is hier en nu en een herfstwandeling zonder jas is toch ook best lekker. 

We leven in de stilte voor de storm. Er staat ons nog wat te wachten ben ik bang. We hebben ons leefklimaat al zo erg verziekt dat er bijna geen ommekeer meer mogelijk is. Men maakt zich druk om een paar klimaatactivisten die etenswaren over glasplaten voor een schilderij gooien en zich eraan vastlijmen maar men vergeet boos te worden op zichzelf en de multinationals die we met zijn allen toestaan om er een zooitje van te maken. We zijn bij wijze van spreken boos op degene die tegen een propje schopt en niet op degene die het propje naast de prullenbak gegooid heeft.

Het gaat alsmaar over de vorm van protest. Mensen doen dingen waar het grote publiek ongemakkelijk van wordt. En ook ik krimp een beetje in elkaar wanneer er een klimaatactivist zich in een talkshow op een tafel vastlijmt en vervolgens stotterend zijn punt maakt. Ongemakkelijk, maar het moet nog veel ongemakkelijker worden. Er is al lang genoeg netjes geprotesteerd maar het helpt niks. Wanneer vrouwen toentertijd fluisterend gevraagd hadden om stemrecht en het recht om te studeren was mijn dochter nu nog steeds gedoemd tot het aanrecht. En ook nu gaat het om onze dochters en zonen. Dus ook al vind je het schandelijk dat het meisje met de parel misbruikt wordt om een punt te maken: luister naar de boodschap en kom zelf ook in actie door je gedrag aan te passen en de volgende keer te stemmen op een partij die impopulaire maatregelen durft te nemen. Want de toekomst gaat hoe dan ook ongemakkelijker dan vandaag worden voor velen.

Een reactie plaatsen

Drammerige heks

Mijn hele leven lang ben ik feminist. Een slordige zeven jaar geleden werd ik veganist. Verder maak ik me druk om het klimaat, doe ik mijn best om geen mensen te kwetsen met mijn taalgebruik en denk ik na over mijn eigen blinde vlekken als het gaat om mijn gedrag. Ook kom ik uit de Randstad en drink ik graag een latte havermelk op een terras. Kortom ik ben een militante heks en een drammerige deugneus die genoegzaam slokjes neemt van haar veel te dure drankje en niks van het platteland snapt en van wie helemaal niks meer mag. Althans, niet naar mijn maatstaven, maar helemaal OK als een bepaald deel van de mensheid mij zo wil noemen.

Toch heb ik me lang niet altijd uit durven spreken over alles waar ik voor sta. Juist door negatieve reacties om mij heen en het framen door anderen. Als je je uitspreekt over de onderwerpen waar je voor staat en donders goede argumenten hebt, krijg je direct allerlei stempels opgedrukt. Je zet jezelf buiten de groep en dat valt niet altijd mee. In het geval van feminisme ging dat nog wel. Daarin vond ik altijd wel medestanders, op wat Bokito’s na en vrouwen die graag  ‘one off the guys’ zijn en zeggen dat je maar wat zeurt. Maar de gemiddelde mens in Nederland vindt het gelukkig wel belangrijk dat vrouwen dezelfde rechten en kansen hebben als mannen.

Toen ik met veganisme begon voelde het alsof ik een last was voor anderen. Als ik bij iemand ging eten piepte ik dat ik zelf wel wat mee zou brengen want o, wee als ze toch eens rekening met mij zouden houden. Ik, die anderen altijd kop en kont vol duwde als ze bij mij kwamen en moeiteloos met alle dieetwensen rekening hield. Sterker nog, vóór het veganisme was ik al 17 jaar vegetariër en maakte ik nog voor anderen wel nog af en toe een vleesgerecht. Iets wat ik me nu niet meer kan voorstellen. In mijn koelkast komt nooit meer een dierlijk product en in mijn pannen komen geen dode beesten meer.

Dat er steeds meer mensen zijn die kiezen voor een plantaardig leven en producten beter te krijgen zijn in de supermarkten maakt het wel gemakkelijker. Hoewel ik vaak nog wel de uitzondering ben is veganisme toch een stuk bekender dan een paar jaar terug. Wanneer ik nu bij iemand ga eten zijn het vaak mensen die ook veganist zijn of er niet afwijzend tegenover staan. Maar het belangrijkste waardoor ik tegenwoordig geen blad meer voor de mond (wel in) neem is dat ik mij realiseerde dat al die hokjes waar men mij in wilde stoppen niets met mij en mijn overtuigingen te maken hadden. Zelfs mijn aanwezigheid alleen al maakt dat mensen over hun eigen keuzes na moeten denken en dat maakt het vaak ongemakkelijk. Dus is het gemakkelijker om mij als irritante betweter weg te zetten.

Prima! Noem mij wat je wil. Ga met mij in discussie en je verliest het van mijn argumenten en als iemand dan als enige reactie heeft dat hij of zij (de ‘hen’ laat ik hier bewust weg omdat deze mensen per definitie wat ruimdenkender zijn) mij een drammerig, militant wijf vindt en extra veel vlees gaat eten dan doen ze maar. Het zegt meer over die persoon dan over mij.

Dat neemt niet weg dat ik iemand die oprecht geïnteresseerd is graag te woord sta, ook al hou je er andere principes op na. Er is ook niemand die zich ten opzichte van mij hoeft te verantwoorden. You do you. Ik hoef niet te weten dat je per week nog maar één stukje dier op je bord legt, wat ook nog eens van biologische afkomst is. Je hebt mijn goedkeuring niet en niet nodig. En nee, ook vegetarisme vind ik niet goed genoeg. Maar ik snap wel waar je staat. Ook ik ben opgegroeid met de gedachte dat het goed was om vlees te eten en dat melk nodig was om gezond te blijven. Alle verhalen die je jezelf en mij vertelt, heb ik ook verteld. Tot ik op een dag mezelf in de spiegel keek en een andere keuze maakte en ik kan alleen maar hopen dat de hele wereld op een dag die keuze maakt en inziet hoe erg het is wat wij met dieren doen en hoe we onze leefomgeving kapot maken. Het begint met de ander niet in een hokje te stoppen en naar elkaar te luisteren.

4 reacties

De kookboeken van mijn overgrootmoeder

Wanneer iemand er niet meer is besef je soms pas dat je diegene nooit meer iets kan vragen. Zo heeft mijn vader altijd gezegd dat zijn grootmoeder ooit kokkin is geweest op de grote vaart naar het toenmalige Nederlands-Indië. Hij zei er altijd direct achteraan dat deze vrouw geweldig kon koken en vooral niet te zuinig was met ingrediënten. Als zij bakte gingen er hele trays eieren en klonten boter doorheen. Daar zal in de zuinige en streng gereformeerde familie van mijn vaders kant met schande over gesproken zijn.

Toen mijn ouders ouder werden en kleiner gingen wonen kreeg ik twee kookboeken die van mijn overgrootmoeder waren geweest. Mijn vader gaf ze omdat hij ze op één of andere manier bij mij vond horen. Iedereen in het gezin waar ik uitkom houdt van lekker eten en koken maar ik was in zijn ogen degene die haar erfgoed voortzette. 

Er valt nauwelijks nog te koken uit de kookboeken, niet in de laatste plaats omdat ik geen dierlijke ingrediënten gebruik en dingen als reuzel mij de rillingen geven. Toch blader ik er af en toe even doorheen. Ik wil haar kennen, meer weten van haar. Lijk ik op haar? Mijn manier van koken waarschijnlijk wel. De gerechten die ik maak zijn altijd rijk gevuld en ik ben niet zo goed in het doen van concessies als het gaat om goede ingrediënten. Het maakt dat ik meer dan gemiddeld uitgeef aan eten en er altijd zoveel in huis is dat er met gemak een paar extra eters kunnen aanschuiven. Hier met nog honger de deur uit? Ik dacht het niet. MacDonalds zal niet rijk worden over mijn rug.

Wat ik ook wil weten is of er op die grote vaart iets gebeurd is wat verborgen moest blijven. Ze was hoogzwanger van mijn opa toen ze trouwde. Mijn hele leven krijg ik al de vraag of ik misschien een deel Chinees of Indonesisch bloed door mijn aderen heb stromen en mijn vader noemde mij als kind Koreaantje. Blijkbaar wekt niet alleen mijn uiterlijk maar ook mijn manier van doen de indruk dat ik iets Oost-Aziatisch in mij heb. Ook mijn dochter is geen witte, Hollandse jonge vrouw om te zien. Best gek aangezien zowel de familie van mijn moeders kant als die van mijn vader uit witte kaaskoppen bestaat.

De kans dat ik ooit meer te weten kom van overgrootje is nihil. Mijn vader is er al een poos niet meer en voor zover hij er zelf al meer van wist heb ik hem er ook te weinig over bevraagd. Natuurlijk zou ik een zoektocht langs stambomen kunnen beginnen maar levert dat op wat ik wil weten? Misschien is weten wat er is al voldoende. Weten dat mijn vader iets in mij zag wat hem aan zijn oma deed denken. Weten dat zij bestond. Hoeveel doet het ertoe wat de samenstelling van mijn bloed is als in ieder geval een deel van haar af komt? Zijn we niet bijna allemaal van gemengde afkomst als je maar ver genoeg teruggaat?

Wel wil ik meegeven aan mensen van wie hun ouders, grootouders of andere oudere familieleden nog in leven zijn dat ze die moeten uithoren zolang het nog kan. Vraag wat je wil weten, of nog niet weet wat je wil weten, voor het te laat is. Als je dat moeilijk vindt kan ik het boek ‘In gesprek met je ouders’ van René Diekstra aanraden. Want waar je ook vandaan komt, wie je voorouders ook waren, je geschiedenis leeft in jou voort.

%d bloggers liken dit: