Mijn ouderlijk huis stond in Amsterdam. Wij woonden op de Kruislaan, vlak achter de Jaap Eden schaatsbaan. Voor Amsterdamse begrippen best een flink huis met hoge plafonds en twee grote tuinen. Zeker als je beseft dat mijn ouders daarvoor met vijf kinderen en oma op een kleine verdieping in de Pijp woonden. Een wijk die nu hip en happening is maar die toen toch een minder goede buurt was. Onze nieuwe, directe buurvrouw was niet zo blij met de komst van dat ‘arbeidersgezin’, zoals ze dat met haar zure pruimenmond uitsprak. Haar man was immers een gepensioneerd ambtenaar. Wanneer iemand nu zegt dat hij ambtenaar is, is dat niet per se een aanbeveling maar toen had dat blijkbaar nog status.
Als klein meisje was ik altijd een beetje bang van deze sjieke mevrouw. Als ik er nu op terugkijk denk ik dat zij en haar man vooral erg ongelukkig waren. Het enige wat ze nog hadden op hun bittere oude dag was de schijn van geld en status en daar kwam dat drukke, vrolijke gezin met hun herrie even een streep door zetten.
Het was een heerlijk maar oud huis. Er waren wastafels in de slaapkamers maar geen badkamer. Mijn vader installeerde een douche in de koude gang, onder de trap naar de eerste verdieping. Er was ook nog een tweede verdieping en daar onder het platte dak was mijn kamer die ik eerst nog deelde met een oudere zus en later voor mij alleen had. Het was er hoog en het stak een beetje uit het gebouw. Wind en kou hadden vrij spel. Van isolatie had niemand nog gehoord.
Alleen in de huiskamer was er een gaskachel. Het hele gezin zat in de winter in een kringetje om de warmtebron. We droogden ons na het douchen af en kleedden ons om voor de haard. Er werd huiswerk gedaan, gelezen, gegeten, kortom: bijna het hele leven speelde zich af in die ene kamer. Wanneer het vroor waren de slaapkamers verschrikkelijk koud. Zo erg dat je jezelf kon zien uitademen en op de ramen stonden ijsbloemen aan de binnenkant. Toch heb ik er alleen maar mooie herinneringen aan. Het gezin was liefdevol en de ijsbloemen vond ik altijd magisch. Dat het ijs zulke mooie patronen vormde was voor mij niet te begrijpen.
Voor het naar bed gaan stond ik nog even voor de kachel om warm te worden om daarna de twee hoge trappen naar boven rennen met twee kruiken onder mijn armen. Mijn ijskoude bed werd al snel warm door de kruik aan mijn voeten en één tegen mijn buik. Het enige wat ik niet leuk vond was dat de oude houten trap, lang nadat ik eroverheen had gelopen, een krakend geluid maakte alsof er iemand naar boven kwam. Er zal een verklaring voor zijn maar nog steeds ben ik er van overtuigd dat er geesten in het huis rondwaarden. In mijn herinnering was er zelfs een voorval dat mijn moeder door twee dames die aanbelden gewaarschuwd werd dat het er spookte.
De komende winter zullen er door de hoge energieprijzen mensen in de kou zitten en met een beetje geluk één kamer kunnen verwarmen. Die mensen wil ik een hart onder de riem steken. Moge er betere tijden voor jullie komen. Maar weet ook, wanneer je kinderen hebt, dat die er later misschien met liefde op terugkijken. Want de zorgzaamheid van een gevulde kruik en de veiligheid van een liefdevol gezin, daar kan niets tegenop.
Afbeelding van https://commons.wikimedia.org/wiki/File:Window-Frost.jpg