Wanneer iemand er niet meer is besef je soms pas dat je diegene nooit meer iets kan vragen. Zo heeft mijn vader altijd gezegd dat zijn grootmoeder ooit kokkin is geweest op de grote vaart naar het toenmalige Nederlands-Indië. Hij zei er altijd direct achteraan dat deze vrouw geweldig kon koken en vooral niet te zuinig was met ingrediënten. Als zij bakte gingen er hele trays eieren en klonten boter doorheen. Daar zal in de zuinige en streng gereformeerde familie van mijn vaders kant met schande over gesproken zijn.
Toen mijn ouders ouder werden en kleiner gingen wonen kreeg ik twee kookboeken die van mijn overgrootmoeder waren geweest. Mijn vader gaf ze omdat hij ze op één of andere manier bij mij vond horen. Iedereen in het gezin waar ik uitkom houdt van lekker eten en koken maar ik was in zijn ogen degene die haar erfgoed voortzette.
Er valt nauwelijks nog te koken uit de kookboeken, niet in de laatste plaats omdat ik geen dierlijke ingrediënten gebruik en dingen als reuzel mij de rillingen geven. Toch blader ik er af en toe even doorheen. Ik wil haar kennen, meer weten van haar. Lijk ik op haar? Mijn manier van koken waarschijnlijk wel. De gerechten die ik maak zijn altijd rijk gevuld en ik ben niet zo goed in het doen van concessies als het gaat om goede ingrediënten. Het maakt dat ik meer dan gemiddeld uitgeef aan eten en er altijd zoveel in huis is dat er met gemak een paar extra eters kunnen aanschuiven. Hier met nog honger de deur uit? Ik dacht het niet. MacDonalds zal niet rijk worden over mijn rug.
Wat ik ook wil weten is of er op die grote vaart iets gebeurd is wat verborgen moest blijven. Ze was hoogzwanger van mijn opa toen ze trouwde. Mijn hele leven krijg ik al de vraag of ik misschien een deel Chinees of Indonesisch bloed door mijn aderen heb stromen en mijn vader noemde mij als kind Koreaantje. Blijkbaar wekt niet alleen mijn uiterlijk maar ook mijn manier van doen de indruk dat ik iets Oost-Aziatisch in mij heb. Ook mijn dochter is geen witte, Hollandse jonge vrouw om te zien. Best gek aangezien zowel de familie van mijn moeders kant als die van mijn vader uit witte kaaskoppen bestaat.
De kans dat ik ooit meer te weten kom van overgrootje is nihil. Mijn vader is er al een poos niet meer en voor zover hij er zelf al meer van wist heb ik hem er ook te weinig over bevraagd. Natuurlijk zou ik een zoektocht langs stambomen kunnen beginnen maar levert dat op wat ik wil weten? Misschien is weten wat er is al voldoende. Weten dat mijn vader iets in mij zag wat hem aan zijn oma deed denken. Weten dat zij bestond. Hoeveel doet het ertoe wat de samenstelling van mijn bloed is als in ieder geval een deel van haar af komt? Zijn we niet bijna allemaal van gemengde afkomst als je maar ver genoeg teruggaat?
Wel wil ik meegeven aan mensen van wie hun ouders, grootouders of andere oudere familieleden nog in leven zijn dat ze die moeten uithoren zolang het nog kan. Vraag wat je wil weten, of nog niet weet wat je wil weten, voor het te laat is. Als je dat moeilijk vindt kan ik het boek ‘In gesprek met je ouders’ van René Diekstra aanraden. Want waar je ook vandaan komt, wie je voorouders ook waren, je geschiedenis leeft in jou voort.
Je zou een DNA-test kunnen doen, zoals ik bij MyHeritage heb gedaan, en als het goed is kom je mij dan ook tegen: een achterneef via moederszijde. Het wordt dan ook duidelijk of er Aziatische genen in jouw pakket zitten, eventueel van een onbekende opa van jouw vader.
LikeLike
Ah, wie ben jij dan? Ik heb idd aan een DNA test gedacht
LikeGeliked door 1 persoon
Was ik dus, niet mijn bedoeling dat ‘Anoniem’ reageerde -;)
LikeLike
Haha oh! Ik dacht ik heb een nieuwe achterneef ontdekt 😁
LikeGeliked door 1 persoon