De aandrijfas van mijn twaalf jaar oude fourwheeldrive was geknapt. Iets wat, zo vertelde mijn steun en toeverlaat van de garage, normaal alleen in de racerij wordt gezien. Dat zette mij toch weer even aan het denken over mijn rijstijl. Het was de zoveelste dure reparatie in korte tijd en er knapte ook iets bij mij. Lang had ik mijn stadstractor kunnen verdedigen. Ik hield nog steeds erg veel van het grommend monster maar nu was de maat vol en mijn portemonnee leeg. Het vonnis was geveld: ‘De Grote Groene Geldverslinder’ moest weg!
De zoektocht naar een andere auto was al een half jaar daarvoor begonnen want mijn lief was al veel eerder klaar geweest met de ‘De Grote Groene Geldverslinder’. Hij had nog net niet geroepen: “hij eruit of ik eruit”. We waren het er over eens dat het niet meer zo een dorstig type moest zijn en omdat we weer tweedehands zouden kopen moest ons nieuwe exemplaar onderhoudsvriendelijk zijn.
We besloten dat het een ‘Rationeel Verstandige Keuze’ moest worden. Dan maar wat kleiner, dan maar een trekhaak en een karretje erachter als we op vakantie gaan. Al snel hadden we een goede gevonden en maakten een proefrit. Mijn aanvankelijke besluitvaardigheid en enthousiasme werden al wat minder standvastig. Ik kon alleen geen argumenten bedenken om het af te blazen en de koop werd gesloten.
Een week later zouden we de auto kunnen halen. In de week die volgde werd ik steeds ongelukkiger, steeds nerveuzer. Ik bekeek elke auto waar ik langsreed en kwam tot de conclusie dat ik echt de verkeerde auto had gekozen en dat we het echt niet zouden gaan redden met dat piepkleine wagentje. Hoe moest mijn hele gezin inclusief honden daar nou inpassen? Ziek was ik er van. Zoveel geld uitgegeven. Niet meer terug te draaien en ik had nu echt een grote fout begaan. In mijn hoofd werd ‘De Rationeel Verstandige Keuze’ steeds lelijker en steeds kleiner. Gelukkig was hij redelijk waardevast. Ik zou het een poosje proberen en hem dan alsnog wegdoen.
Mijn ridder, als het gaat om autorijden, ging ‘De Rationeel Verstandige Keuze’ ophalen zodat ik mijn ‘Grote Groene Geldverslinder’ niet zelf hoefde achter te laten. Hij parkeerde onze nieuwe aanwinst voor de deur en als een hond besnuffelde ik het ding aan alle kanten. Wat in mijn gedachten tot een smurfenautootje was geworden bleek in werkelijkheid een normale gezinsauto. Zoon en ik sprongen er in en reden een stukje. We prezen de auto om zijn rijeigenschappen en noemden alle voordelen nog eens op. Zoonlief testte tot mijn ontzetting de remmen nog even bij het parkeren en we stootten beiden ons hoofd bij het uitstappen.
Glimlachend keek ik om naar ‘De Rationeel Verstandige Keuze’, verklaarde hem mijn onvoorwaardelijke liefde en vroeg me af hoe ik het toch in vredesnaam altijd weer voor elkaar krijg om mezelf zo gek te maken.