Wat is dat toch, dat het lijden zo bij het leven hoort. Zo denk je veilig te zijn, lacht het leven je toe, en dan wordt je door de tijd ingehaald. Van het ene op het andere moment is het voorbij. Alles wat je tot dan toe hebt beweerd over anderen die iets ergs meemaken is onbetekenend. Alles wat je zei over: ik zou dit en ik zou dat, betekenen niets meer. De dag door komen, dat is het hoogst haalbare. Maar zien wat er op je pad komt en daar weer mee omgaan omdat het niet anders kan.
Hoe moet je omgaan met het feit dat één van de meest dierbare personen in je leven een doodsvonnis heeft gekregen. Misschien niet direct maar je weet dat alles eerder gaat eindigen dan je had gedacht. Of eigenlijk dacht je het niet. Ging je er van uit dat alles altijd zou blijven zoals het was. Wat natuurlijk grote onzin is. We weten dat dat niet kan. We weten dat we allemaal ellende gaan meemaken. De vraag is alleen wanneer.
Dat iemand te horen krijgt dat er een ziekte in zijn of haar lijf rondwaart is één ding. Maar je weet dat het leven de komende tijd gaat bestaan uit nare behandelingen, medicatie, pijn, pijn en nog eens pijn. Dat incasseren een onderdeel van het dagelijks bestaan gaat worden. Daar is toch niet mee om te gaan. Hoe kun je daar nog je gevoelens over duiden. De paniek over wat nog komen gaat springt als een troep wilde apen door je hoofd. Uiterlijk blijf je gewoon doen. Gewoon dat weekendje weg omdat het lang van te voren al geboekt was. In een tijd dat alles nog goed was. In een tijd dat je, als je goed had geluisterd, het tikken van de tijdbom had kunnen horen. Gewoon naar je werk, waar je niet in tranen probeert uit te barsten bij elke neutrale hoe-gaat-het-met-je vraag. Je gaat in plaats daarvan naar de WC, laat bij de kraan het koude water over je handen lopen en neemt een grote slok water en zet je niks-aan-de-hand-masker weer op.
Dat moet ook allemaal. De ziekte van de ander gaat niet weg als je thuis op de bank gaat liggen miezeren. Daar gaat het lijden niet van weg. Daar geneest de zieke niet van en o, wat zou je graag genezing willen voor degene waar je zo ontzettend veel van houdt. Wat wil je graag dat het leven zou doorgaan zoals het altijd ging. Je bidt tot alles wat los en vast zit, tot Boeddha, God, Allah, Jahweh, het Universum en alles waar je niet in gelooft maar waarvan je hoopt dat het een beetje helpt. Tegen beter weten in. Het leed ligt op de loer. Hoe kun je daar ooit een vorm voor vinden om er mee om te gaan terwijl je hele lijf het uitschreeuwt dat het een grote rotstreek is die het leven je levert.
De lijder lijdt, de naasten lijden mee. Ooit komt de tijd van acceptatie, berusting en ten slotte het bitterzoete terugkijken. Dan waan je je weer een korte tijd veilig. Het enige positieve aan het lijden is dat je intenser gaat genieten van die momenten dat alles weer even goed lijkt. Tot het volgende lijden. Want lijden hoort nou eenmaal bij het leven, zeggen ze dan.
De uitgelichte afbeelding is een still uit de prachtige clip van dit mooie nummer van Stromae:
Veel sterkte, Scillie.
LikeLike
Dank je wel
LikeLike