Op een luie, lome dag, wanneer mijn lief en ik moe zijn, hebben we meestal zin in maar een paar dingen. De dag beginnen in bed met koffie en koekjes en de dag eindigen met eten bestellen, daar een veel te dure maar heerlijke wijn bij drinken en een film kijken. Daar tussenin bezoeken we dan graag kringloopwinkels. In onze woonplaats zijn er genoeg om er een hele middag mee te vullen.
Mijn lief duikt direct op de boeken en alles wat met fotografie te maken heeft, van objecten om te fotograferen tot lenzen. Voor mij is de kringloopwinkel een goudmijn aan plantenpotjes voor mijn aanwassende binnentuin en spullen voor één van mijn vele creatieve liefhebberijen en alle projectjes die nog in mijn hoofd zitten die Ooit Op Een Dag uitgevoerd gaan worden.
Aan zeker tachtig procent van al die projecten zal ik nooit beginnen of wel begin maar nooit afmaak. Om de simpele reden dat er niet genoeg uren in een dag, week, maand, jaar of überhaupt een mensenleven zit. Zoals een therapeut ooit aan mij vroeg of ik alles wel zou kunnen doen als ik mij negen keer kon klonen en ik alleen maar zachtjes en enigszins teleurgesteld nee kon schudden.
In de kringloop moest ik bij ons laatste bezoek dan ook weer met pijn in mijn hart het zoveelste prulletje, waar ik wel weer een creatieve bestemming voor had, laten liggen. Mijn lief wees mij erop dat ik last van FOND had. Als antwoord op mijn vragende blik zei hij: “fear of not doing”. We dachten dat hij dit zojuist zelf had verzonnen en vonden het een briljante vondst. Maar na wat gegoogle kwam ik erachter dat het een serieuze term is. Na de FOMO (fear of missing out) is de FOND een ding.
FOND is het onrustige gevoel dat je van alles zou kunnen maar simpelweg niet alles kúnt doen. FOND en FOMO kunnen elkaar overigens ook behoorlijk in de weg zitten. Want als je ook nog eens met je snoet overal bij wil zijn én alles wil doen, wanneer moet je dan slapen? Vermoeiend hoor.
Mijn omgeving heeft er soms best last van dat ik niet zo goed niks kan doen en zelfs de katten vinden mijn lief vaak leuker omdat die wél een hele middag kan zitten lezen zodat ze op zijn schoot kunnen kruipen. Toch zie ik het niet als een slechte eigenschap dat ik altijd bezig ben. Er zijn gewoon veel te veel leuke dingen om te doen! Tegenwoordig word ik eerder blij van de dingen die ik wel kan doen en niet meer ongelukkig van alles wat ik niet kan doen. Dus ooit had ik FOND, toen werd het DOND (disappointment of not doing) en tegenwoordig is het toch meer AOND (Accepting of not doing) of misschien wel HOD (Happiness of doing). En ondertussen droom ik lekker verder over alles wat er nog meer mogelijk is.