Ruim vijftien jaar geleden ging de telefoon. Het was mijn broer. “Ga zitten,” zei hij, “ik moet je iets heel ergs vertellen.” Mijn hart klopte in mijn keel en ik vroeg hem wat er dan was. Hij vroeg me met klem te gaan zitten. Dat deed ik en hij vertelde mij dat de jongste dochter van één van onze zussen verongelukt was met haar motor. De bodem verdween onder me vandaan.
Het was de derde dierbare in anderhalf jaar tijd. Mijn lieve schoonvader en een hele fijne oom van mijn lief waren kort daarvoor al overleden. Maar hoewel ik veel verdriet had gehad om deze twee fijne mannen was het nu toch wel heel anders. De blinde paniek en levensangst die volgde op de dood van mijn prachtige nicht was bijna niet te dragen. Ik had mijn eigen verdriet, vond het wreed dat mijn ouders hun kleinkind verloren waren en vooral was het onmenselijk hartverscheurend om te moeten aanzien hoe mijn zus, zwager en hun oudste dochter er onder leden. De paniek en het allesoverheersende verdriet gaan in de loop der jaren wel weg. De levensangst nooit meer helemaal. Het verdriet om het verlies en om de lege plek die zij in de familie achterlaat, raakt op de achtergrond maar zal altijd blijven. Zelfs nu na al die jaren kan ik bovenstaande niet opschrijven zonder te moeten huilen. Wie iets soortgelijks heeft meegemaakt zal precies weten wat ik bedoel.
Op het nieuws hoor ik dat de vluchtelingenstroom nog nooit eerder zo groot is geweest als op dit moment. Meer dan 50 miljoen mensen hebben hun huis verlaten en zijn met dat kleine beetje bezittingen wat ze kunnen dragen op de vlucht geslagen. Meer dan 50.000.000 mensen die hoogstwaarschijnlijk ook veel lievelingen zijn verloren. Maar het lijkt soms wel alsof we niet meer zien dat het mensen zijn. We noemen ze vluchteling of asielzoeker, waarbij sommigen die woorden uitspreken alsof het iets vies is, en vergeten dat het hier gaat om individuen die immens verdriet kunnen voelen ook al lijkt het alsof ze er makkelijker mee omgaan omdat de nuances in hun taalgebruik ons ontgaan of omdat ze er anders uitzien.
Laten we alsjeblieft nooit vergeten dat het verdriet, de paniek en de angst die ik voelde toen mijn leuke, lieve en stoere nicht op haar 23e dood ging, universeel is. Dat ieder keer als we het over een mijoentje meer of minder hebben, deze onvoorstelbare aantallen uit allemaal individuen bestaan die stuk voor stuk, evenveel verdriet, paniek en angst ervaren. Zelf heb ik veel gehad aan de open armen van familie en vrienden die me konden troosten en mij veiligheid konden bieden als het even teveel was. Laten we als land onze armen open blijven houden voor elke vluchteling die het voor elkaar krijgt om onze veiligheid te bereiken en nooit vergeten dat het mensen zijn zoals jij en ik, die niet alleen denkbeeldig de bodem onder zich voelden verdwijnen bij elke dode die ze moesten betreuren, maar daar bovenop ook nog eens fysiek hun bodem hebben moeten verlaten.

Foto van JanWillemsen. Klik hier voor het origineel.